De provincie in/en multi-level governance

Over de derde pijler van 10 jaar gouverneurschap: goed bestuur, en het belang van een resultaatgedreven interbestuurlijke samenwerking, houd ik het zeer kort. U zal het me vergeven dat ik enkel kort inzoom op de provincie, het bestuursniveau waarmee de meesten onder u het meest, of minstens toch zeer vertrouwd zijn.


”De afslanking van de provincies is een voorbode van de afschaffing ervan als politiek bestuur”, blijkt de dominante visie.


Vanuit het zogenaamde multilevel-perspectief, wekt dat verbazing. Een solide antwoord op de uitdagingen van vandaag: luchtvervuiling, de noodzakelijke, maar complexe energietransitie, de klimaatverstoring en haar weersextremen, biodiversiteit, integraal waterbeleid, veilige en duurzame mobiliteit, een technologische revolutie die iedereen ten goede komt, … veronderstelt meer dan ooit interactie en connectiviteit of verbinding.

Overheden, besturen, burgerbewegingen, burgers, bedrijven, kennisinstellingen zijn immers meer dan ooit onderling afhankelijk van elkaar. Transparant en met de noodzakelijke checks and balances, interbestuurlijk en co-creatief samenwerken aan gedeelde doelen, biedt allicht de grootste garantie op succes.


Mogelijk, maar dat zal de toekomst uitwijzen, kunnen provincies die rol van interface en katalysator van functionele partnerschappen met wisselende ruilverhoudingen spelen. In dat geval zijn ze eerder hip dan achterhaald.


In die context hebben provincies vooral belang bij een bijzonder goede samenwerking met de steden en gemeenten. Dat levert behalve bestuurlijk draagvlak vooral ook veel goodwill, kennis en expertise op.

Luk Lemmens zei het deze zomer nog zo: "Wij zijn nu bevoegd voor de grondgebonden materies. Wij willen de streekmotor zijn. Veel gemeenten vragen ons om samen te werken. Men moet ons nu de tijd geven om ons te bewijzen."

Dat zal a fortiori het geval zijn wanneer provincies echt instrumenteel zijn om de ruimtelijke uitdagingen van vandaag en morgen doordacht aan te gaan. Voor de hand liggende, maar complexe voorbeelden zijn legio:
1) een klimaat-, overstromings- resp. droogtebestendige ordening van de ruimte die bijdraagt tot biodiversiteit en ecosysteemdiensten;
2) inzet op hernieuwbare energie, veilige en vlotte mobiliteit (met sterk gewaardeerde fietsostrades, een fietsroutenetwerk, mobiscans voor bedrijven, mobiliteitsstudies voor specifieke regio’s en verkeersveilige gemeenten);
3) goede randvoorwaarden voor een gezonde economie en landbouw en dit zowel ruimtelijk als dankzij goede opleidingen en vorming van jongeren, levenslang leren,…

Slimme provincies zijn ’enablers’ en ’integratoren’

Slimme provincies veroveren zich een goede plek in het vrij complexe tijdperk van multi-level governance.


Slimme provincies zijn flexibel en passen zich voortdurend strategisch aan in functie van nieuwe uitdagingen en inzichten in eventuele tekorten.


Slimme provincies groeien uit tot de beste leveranciers van diensten aan lokale besturen.


Slimme provincies zijn ’enablers’ en ’integratoren’: ze maken maximaal mogelijk en zorgen, door een grotere afstand en beter overzicht van het geheel, voor een onderbouwde afweging van min of in meerdere mate conflicterende belangen.


Slimme provincies creëren schaal, zodat alle gemeenten nieuwe technologieën optimaal kunnen integreren in hun beleid en dienstverlening.


Slimme provincies richten hun blik naar de wereld, in het bijzonder ook wanneer de globalisering gewiekst geproblematiseerd wordt.

Het kosmopolitische karakter van onze regio, de ruime en superdiverse internationale gemeenschap, met haar meer dan 170 verschillende nationaliteiten, de krachtige aanwezigheid van grote en/of innovatieve internationale bedrijven en onze sterk internationaal georiënteerde speerpuntsectoren maken dat regeringsleiders, ministers, ambassadeurs, CEO’s en andere hoogwaardigheidsbekleders vlot de weg naar Antwerpen vinden.


En vice versa: zowat overal ter wereld zien ze Antwerpse delegaties bijzonder graag komen. Dat moeten we koesteren, versterken, verdiepen. Het buitenland is immers zoveel groter dan het binnenland.


Het houdt ook verplichtingen en verantwoordelijkheden in: wie hier verblijft, wordt geacht hier mee toekomst te maken. Hij of zij moet er uitnodigend alle kansen toe krijgen en deze even gretig grijpen.

Immers, is onze open, vrije, democratische samenleving niet op haar sterkst en het meest weerbaar als wij iedereen in haar of zijn waarde laten? Als wij allen en zonder onderscheid respect tonen voor de spelregels waarmee de rechtstaat deze waarden in normen heeft vastgelegd?


Volgens mij ontstaat en groeit ruimte voor verschil immers daar waar respect voor de regels o.m. van vrijheid, gelijkheid en gelijkwaardigheid door iedereen worden nageleefd. En is de plicht om te leven naar de letter en de geest van de wet onlosmakelijk verbonden met het recht jezelf en dus anders te zijn.


Een betere context voor persoonlijk zelfvertrouwen, maatschappelijk vertrouwen en grenzeloze openheid en nieuwsgierigheid zijn mij althans niet bekend.


In een dergelijk model, met een dergelijke ‘mindset’ houden provincies m.i. een grote rol van betekenis zonder andere besturen als het ware voor de voet te lopen.