Proefbedrijf Pluimveehouderij 2021
Hoogtepunten
Hennen met hele snavels langer aanhouden?
Bij leghennen wordt er gezocht naar manieren om op een verantwoorde manier de legronde te kunnen verlengen. Dit biedt voordelen op vlak van duurzaamheid. De laatste jaren worden meer en meer hennen met een hele snavel gehouden. Dit vraagt een andere aanpak in vergelijking met behandelde hennen. Tijdens twee projecten werd er gekeken hoe we hennen met een hele snavel langer konden aanhouden: demonstratieproject “Hele snavels” (met PeHeStat als partner) en VLAIO-traject “Leglanger” (met ILVO als trekker). De Vlaamse overheid financiert beide projecten.
Checklist pikkerij Het is zeer belangrijk om de eerste tekenen van (schadelijk) pikgedrag vroeg te ontdekken. Met het demonstratieproject Hele Snavels willen we inzicht verkrijgen in de mate waarin uitlokkende factoren en (preventieve) maatregelen een invloed hebben op het houden van hennen met hele snavels. Vanuit deze kennis wordt een adviesgids opgesteld. Ook de impact op dierenwelzijn én de economische impact worden bepaald. Daarnaast ontwikkelde het Proefbedrijf Pluimveehouderij een monitoringstool: de checklist pikkerij, een tool om vroegtijdige signalen van schadelijk pikgedrag te ontdekken. Deze checklist wordt nog gevalideerd in de praktijk.
Het voeder dat de kippen krijgen is potentieel een belangrijke factor bij het ontstaan van pikkerij in een koppel leghennen. In het VLAIO-traject LegLanger werd een standaard voeder vergeleken met een precisievoeder specifiek voor bruine en voor witte hennen. Bij het precisievoeder lag de focus op de kwaliteit van de grondstoffen en werd het voeder aangepast op basis van de prestatie van de hennen. We volgden op hoe de hennen op deze twee types voeders reageerden op vlak van kwaliteit van de eieren, gezondheid en dierenwelzijn.
Interreg-project MiteControl: samen tegen bloedluis
De rode vogelmijt of ‘bloedluis’ is een ectoparasiet die grote schade veroorzaakt bij leghennenhouders in Europa. Het Proefbedrijf Pluimveehouderij leidt het Interreg NWE-project MiteControl waarin samen met partners in Frankrijk, Nederland en het Verenigd Koninkrijk gezocht wordt naar een geïntegreerde duurzame aanpak van de rode vogelmijt.
Geïntegreerde pestbestrijding (IPM) is een concept dat vooral in de horticultuur al veel toegepast wordt. Bij IPM ligt de focus op preventie en gebeurt bestrijding bij voorkeur met niet-chemische middelen. Chemische bestrijdingsmiddelen zijn het laatste redmiddel. Een andere belangrijke factor binnen IPM is monitoring. Door de bloedluispopulatie nauwgezet op te volgen vanaf het begin van een legronde krijg je een beter inzicht in de situatie. Binnen MiteControl worden verschillende monitoringstechnieken geëvalueerd en wordt een innovatief camerasysteem ontworpen en gebruikt voor bloedluismonitoring op pilootbedrijven.
In een eerste fase van het project werden verschillende combinaties van niet-chemische behandelingen uitgetest. Dit leidde uiteindelijk tot 3 IPM-strategieën op 12 pilootbedrijven in België, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Ondertussen heeft het project ook een verlenging gekregen tot augustus 2023 zodat de tools en kennis die ontwikkeld werden, ook kunnen dienen in andere pluimveesectoren zoals de opfok van de legpoeljen en moederdieren.
MiteControl (NWE 756) is een project dat gefinancierd wordt door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) via Interreg Noordwest Europa. De Belgische partners krijgen bijkomende steun van Provincie Antwerpen, Vlaanderen – Departement Landbouw en Visserij en Boerenbond.
Voldoende water voor landbouwers?
Hoe zorgen we ervoor dat de land- en tuinbouwsector in de toekomst voldoende water heeft? Een belangrijk vraagstuk waar we een antwoord op willen bieden met een groots waterproject van de Europese Unie: Life ACLIMA. De volgende 5 jaar gaan verschillende partners aan de slag om een brede waaier aan technologieën, managementstrategieën en maatregelen te demonstreren op de praktijkcentra land- en tuinbouw in de provincie Antwerpen. Op het Proefbedrijf Pluimveehouderij focussen we ons op drie acties waarbij water als grondstof op het bedrijf gebruikt wordt. We hebben zowel bij leghennen als vleeskippen een koelingstechniek die ons zal helpen om via een waternevel of watergordijn hittestress bij de kippen tijdens de zomer te reduceren. We hebben technieken geïnstalleerd waarbij we hemelwater kunnen recupereren om als drinkwater in te zetten. Bij de leghennen testen we ultrafiltratie als techniek uit, bij de vleeskippen kijken we naar een zuiveringstrein met verschillende geschakelde technieken waaronder UV-behandeling. Als derde actie kijken we naar water als reststroom op het bedrijf. Het water waarmee we de stallen reinigen, wordt opgeslagen op het bedrijf. Via een reinigingstechniek willen we dit restwater opwaarderen tot water dat we kunnen gebruiken om de stallen te reinigen. Life ACLIMA is in 2021 van start gegaan en zal gedurende 5 jaar lopen op de verschillende proefcentra van het consortium AGHRANT.
Emissie van ammoniak
Sinds september 2018 werkt het Proefbedrijf Pluimveehouderij samen met het ILVO en Innovatiesteunpunt aan het VLAIO-traject “KUIKEMIS”. Met dit project willen we via een brongerichte aanpak de ammoniakemissie verminderen. Potentiële voeder-, management- en ventilatiestrategieën worden geïdentificeerd. Deze strategieën werden eerst getest op kleine schaal en later geïmplementeerd op semi-praktijkschaal.
Op het Proefbedrijf Pluimveehouderij werd het effect van verschillende ventilatiestrategieën en temperatuurcurves onderzocht waarbij duidelijke effecten op stalklimaat, strooiselkwaliteit en ammoniakemissie zijn vastgesteld.
Op het ILVO werden op kleine schaal een reeks voedings- en managementmaatregelen getest. De meest beloftevolle technieken werden op het Proefbedrijf Pluimveehouderij in de praktijk geëvalueerd.
De problematiek rond emissie van ammoniak zal de volgende jaren een grote rol spelen in de veeteeltsector, vooral ook in de provincie Antwerpen. Op het Proefbedrijf Pluimveehouderij willen we in de toekomst samen met pluimveehouders zoeken naar maatregelen in management en huisvesting die de ammoniakconcentraties sterk kunnen reduceren.