Rapport 2024 • Omgevingsvergunningen
Evaluatie
Wat zijn GPBV-installaties en waarom worden ze geëvalueerd?
In Europa gelden strikte milieuregels voor grote industriële installaties die een aanzienlijke impact kunnen hebben op het leefmilieu. Die worden GPBV-installaties genoemd — voluit: Geïntegreerde Preventie en Bestrijding van Verontreiniging. Volgens de Europese Richtlijn Industriële Emissies (RIE) moeten die installaties regelmatig geëvalueerd worden om te checken of ze nog voldoen aan de milieunormen.
Tijdens zo’n evaluatie wordt nagegaan of de vergunningsvoorwaarden nog up-to-date zijn en sterk genoeg om de RIE-regels na te leven. Als dat niet zo is, moeten de voorwaarden aangepast worden. De evaluaties gebeuren volgens een meerjarenprogramma dat elk jaar wordt opgesteld door het Departement Omgeving – Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en -projecten.
De uitvoering van de evaluaties ligt in handen van de provinciale omgevingsvergunningscommissie (POVC). Die krijgt daar 150 dagen de tijd voor. Na afloop worden het evaluatieverslag en de conclusies bezorgd aan de exploitant, de deputatie, de adviesinstanties en de afdeling Handhaving.
Wat gebeurt er na zo’n evaluatie?
Als blijkt dat de huidige vergunningsvoorwaarden van een GPBV-installatie niet meer volstaan, moet er worden bijgestuurd. De POVC dient in dat geval via het Omgevingsloket een formeel verzoek in om extra milieuvoorwaarden op te leggen, of bestaande voorwaarden aan te passen.
In de zomer van 2018 werden de eerste evaluaties in het stelsel van de omgevingsvergunning opgestart. Eind 2024 zaten we op een totaal van 284 uitgevoerde evaluaties. Na 6 jaar stellen we vast dat gemiddeld 1 op de 5 evaluaties aanleiding geeft tot een verzoek tot bijstelling van de voorwaarden.
Link met de Antwerpse haven
In de provincie Antwerpen zijn er bijna 550 GPBV-installaties. Meer dan 300 daarvan zijn veeteeltbedrijven, de rest zijn industriële sites. In 2024 voerde de POVC 59 evaluaties uit — allemaal van industriële installaties. Wat vooral opvalt: 46 van die 59 installaties lagen in de Antwerpse haven. Dat betekent dat ruim drie op de vier evaluaties gericht waren op bedrijven in en rond de haven.