Rapport 2023 • Omgevingsvergunningen


In de ban van stikstof

In ons jaarverslag van 2022 schreven we in verband met de stikstofproblematiek dat “het wachten op een rechtszeker kader ervoor zorgde dat er in 2022 nog geen relance van het aantal vergunningsaanvragen werd ingezet.” Dit moeten we anno 2023 nogmaals bevestigen. De stikstofproblematiek kleurde ook in 2023 het aantal én de inhoud van aanvragen.

Met 594 vergunningsdossiers bevinden we ons ver onder de 898 die we in 2019 konden optekenen. Verkeer, industrie en landbouw veroorzaken samen het leeuwendeel van de totale stikstofemissie in Vlaanderen. Dit zorgt voor een constante druk op beschermde ecosystemen en een vermindering van de biodiversiteit in de natuur. De wildgroei aan netels en braamstruiken is misschien wel het duidelijkst zichtbare teken van een overdadige aanwezigheid van stikstof.

2023 was een jaar van wisselende rechtspraak, een nieuw stikstofakkoord, ministeriële instructies... Dit maakte het een zeer onzekere periode voor alle vergunningsaanvragen waar er een impact van stikstof verwacht werd.

Bij de industrie werd er volop ingezet op innovatieve technieken met een kleinere uitstoot, zoals bijvoorbeeld warmtepompen bij nieuwe gebouwen of procesaanpassingen bij de chemische sector. De behandelde dossiers waren vaak kleiner in omvang, doordat grote wijzigingen en projecten met een impact op de stikstofuitstoot zoveel mogelijk vermeden werden.

Voor de landbouw was het verkrijgen van een vergunning een (bijna onmogelijke) uitdaging. In totaal werden er maar 92 landbouwdossiers ingediend, het laagste aantal dat we kennen. Bijna één derde van de aanvragen betrof dan nog louter stedenbouwkundige aanvragen. Hierbij ging het om de aanvraag voor een KWO, de installatie van een kleine windmolen, de bouw of afbraak van loodsen, regularisaties, … waarbij geen wijziging van de stikstofuitstoot gepaard gaat.

10 van de 64 aanvragen van landbouwbedrijven die volgens de gewone procedure werden ingediend, werden geweigerd omwille van het ontbreken van een beleidskader inzake stikstof. De deputatie verleende aan vier veebedrijven een vergunning op proef – een opvallend cijfer gezien er het voorbije decennium gemiddeld slechts één of twee proefvergunningen per jaar werden verleend.

Zes aanvragers hebben in de loop van de procedure zelf hun aanvraag ingetrokken. Acht veebedrijven meldden in 2023 een stopzetting van hun activiteiten. Hierbij ging het om zeven varkenshouderijen en één rundveebedrijf. In twee gevallen ging het om een volledige stopzetting. In de meerderheid van de gevallen blijft de inrichting echter nog vergund voor een beperkt aantal activiteiten, zoals mestopslag, grondwaterwinning of het stallen van motorvoertuigen.

11 aanvragen werden ingediend m.b.v. het speciaal hiervoor in het leven geroepen projecttype ‘Verzoek tot verlenging in afwachting van het definitieve PAS’. Voorheen werd de vraag tot verlenging geïntegreerd in de aanvraag volgens de gewone procedure.

Alle cijfers tonen aan dat de stikstofproblematiek een grote invloed heeft gehad op het aantal dossiers, maar ook op de behandeling ervan. Hopelijk brengt 2024 duidelijkheid en een rechtszeker kader zodat vergunningsaanvragen correct ingediend kunnen worden en in het volgende jaarrapport wel de verwachte relance van de vergunningsaanvragen aan bod kan komen.