Rapport 2019 • Omgevingsvergunningen


Bijdrage tot de SDG's

De omgevingsvergunning zet aan tot innovatie en duurzaam ondernemen en levert zo een bijdrage tot het bereiken van de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s)

Belang van de omgevingsvergunning voor de SDG’s

De 17 SDG’s geven vorm aan een duurzame toekomst. Duurzame ontwikkeling omvat een bekommernis voor mens, planeet en welvaart. Eén van de belangrijkste aspecten van deze doelstellingen is dat ze gelden voor iedereen – burgers, verenigingen, bedrijven en alle overheden – en voor alle landen. ‘To leave no one behind’, is dan ook de slagzin van de SDG’s. Ook de omgevingsvergunning kan zorgen voor een relevante bijdrage aan het bereiken van deze doelstellingen.

Binnen de provinciale bevoegdheden focust de omgevingsvergunning zich op bedrijven. De provincies leveren immers vergunningen af voor inrichtingen van klasse 1. Dit zijn inrichtingen die ingeschaald zijn als het meest hinderlijk. De omgevingsvergunning is een uitvoeringsinstrument dat in de praktijk bepaalt of er kan gebouwd of geëxploiteerd worden. De vergunningverlening kan daarom aanzetten tot innovatief en duurzaam ondernemen, tot vrijwaren van de leefomgeving van verontreiniging (zuiver water, zuivere lucht, ...), tot beperken van emissies en tot zuinig ruimtegebruik. De watertoets, natuurtoets en erfgoedtoets zijn onder meer onderdelen van dit instrument.

Innovatie is om diverse redenen een must. Kostenbesparend werken en steeds strengere milieueisen zijn daarbij de voornaamste drijfveren. Glastuinbouwbedrijven zetten om die reden maximaal in op ledverlichting en het opvangen en hergebruiken van regenwater en recupwater (overtollig voedingswater). Warmte wordt opgewekt door middel van warmtekrachtkoppeling (WKK). Die vinden we ook terug bij de verwerking van biomassa in vergistingsinstallaties, die meer en meer evolueren naar circulair ondernemen. Men streeft voortaan naar een totaalverwerking van de beschikbare nutriënten, die resulteert in hernieuwbare energie, loosbaar/herbruikbaar water en een aantal zeer specifieke eindproducten die direct of indirect als meststof of bodemverbeterend middel kunnen worden ingezet.

Streven naar innovatief ondernemen door middel van schonere en milieuvriendelijke processen

Technologie is steeds in evolutie. Wat vandaag niet kan, kan morgen mogelijk standaard zijn. De vergunning evolueert mee. De recente aanpassing van het beoordelingskader voor koelmiddelen is hiervan een voorbeeld. Gefluoreerde broeikasgassen met een hoog aardopwarmingsvermogen (of Global Warming Potential = GWP) zijn voortaan verboden of worden uitgefaseerd. Gefluoreerde broeikasgassen dragen omwille van hun hoge GWP bij aan het broeikaseffect. Het vraagt tijd om toestellen met verboden koelmiddelen op het terrein daadwerkelijk te weren. Vergunningverlening speelt een rol in de effectieve realisatie van het verbod.

Streven naar een goede gezondheid en welzijn door verminderen van chemicaliën en van lucht-, water- en bodemvervuiling

Een goede lucht-, water- en bodemkwaliteit is van groot belang voor onze gezondheid. In Vlaanderen liggen woon- en industriegebieden dicht bij elkaar. Vele industriële activiteiten stoten emissies uit via een schoorsteen of ter hoogte van de installaties. Maar de technologie staat niet stil.

Nieuwe technieken en verbeterde inzichten zorgen ervoor dat vandaag op het vlak van lucht- en waterzuivering heel wat kan. De omgevingsvergunning bekijkt of de zuivering en het type installatie voldoen opdat de emissies aanvaardbaar zijn. Ook de preventieve maatregelen m.b.t. bodem, zoals inkuipingen, uitvoering van houders e.d. worden beoordeeld.

De waterkwaliteit moet verbeteren, onder meer door vervuiling te verminderen

Produceren vereist gebruik van water met daarna vaak lozing van bedrijfsafvalwater. Dat afvalwater komt terecht in onze waterlopen, rechtstreeks of via de openbare riolering. Voor onze natuur in en rond de waterlopen is het van belang dat dit afvalwater voldoende zuiver is. De lozing mag het ecosysteem van onze waterlopen niet verstoren.

De omgevingsvergunning bekijkt het afvalwatercircuit binnen het bedrijf, gaat na welke verontreiniging te voorkomen is, en of er voldoende maatregelen genomen zijn om de effecten van de bedrijfsactiviteiten op het oppervlaktewater te beperken.

© Provincie Antwerpen

Energie moet efficiënter geproduceerd en gebruikt worden. Hernieuwbare bronnen worden steeds belangrijker

Ook in 2019 zagen we heel wat aanvragen voor WKK’s en windturbines. Daarnaast zien we ook meer aanvragen voor gebouwenverwarming door duurzame energievormen zoals koude- en warmteopslag (KWO) of boorgatenergieopslagveld (BEO-veld). Windturbines kunnen bijdragen tot de productie van groene stroom, maar desondanks is de kans op beroep bij dit type dossiers het grootst. 11 van de 15 vergunningen afgeleverd in 2019 werden aangevochten. De vraag naar groene stroom en hernieuwbare energie gaat niet noodzakelijk samen met voldoende draagvlak voor windturbines in de buurt, zo blijkt ook uit de cijfers van 2019.

De omgevingsvergunning fungeert als barometer voor nieuwe technologie. We zien bedrijven die nieuwe technologie aanwenden voor productie, waardoor de omgevingsvergunning voorloopt op de wetgeving. Een recent voorbeeld hiervan is de inzet van zonnespiegels (CST = Concentrated Solar Thermal Energy) waarbij zonlicht via zonneparabolen wordt geconcentreerd en rechtstreeks wordt omgezet in warmte voor gebruik in industriële processen.

Grondstoffen duurzaam beheren en efficiënt gebruiken is een must. De afvalproductie beperken kan door onder meer recyclage en hergebruik

De omgevingsvergunning bekijkt de verenigbaarheid met de bepalingen van de sectorale uitvoeringsplannen en met een duurzaam beheer van afvalstoffen, materiaalkringlopen en materialen wanneer afvalrubrieken deel uitmaken van de aanvraag. Grondstoffen zijn schaars, en door slim om te gaan met afval-, neven- of reststromen kunnen bedrijven het grondstoffengebruik beperken.

Dit principe zien we bijvoorbeeld in de metallurgie: metaalrecuperatie uit (elektronisch) afval zoals GSM’s, batterijen e.d. kan het verbruik van ertsen vermijden en kan de materialenlus sluiten. Er zijn ook aanvragen met nuttig gebruik van nevenstromen, bijvoorbeeld de opvang van opgewekt biogas om dit in te zetten bij de aandrijving van een WKK.

Behoud van de biodiversiteit en vermijden van schade aan beschermde natuur is prioritair

De wetgeving verplicht exploitanten of initiatiefnemers om in een omgevingsvergunningsaanvraag voor activiteiten nabij een speciale beschermingszone (SBZ) ook de impact op de Europese beschermde natuur te beschrijven. Dit geldt ook voor activiteiten binnen of in de nabijheid van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN). Voor sommige aanvragen volstaat een beperkte screening, voor andere is de opmaak van een passende beoordeling (PB) of verscherpte natuurtoets vereist en zijn er maatregelen nodig om negatieve effecten te milderen.

Daarnaast zijn voor bepaalde gebieden wijzigingen aan vegetaties of kleine landschapselementen (KLE) verboden of is er een omgevingsvergunning voor nodig. Ook voor het kappen van bomen of ontbossen kan een omgevingsvergunning vereist zijn.

Werken aan biodiversiteit kan overal, dus ook bij bedrijven. De provincie Antwerpen ontwikkelde hiervoor, in samenwerking met andere partners, een biodiversiteitsscan. Voor sectoren zoals de veeteelt hoort eveneens een landschapsintegratieplan bij de aanvraag.

Behoud van biodiversiteit krijgt aandacht bij de beoordeling van omgevingsvergunningsaanvragen voor wijzigingen aan vegetaties of KLE, aanvragen met een landschapsintegratieplan, aanvragen voor het kappen van bomen of ontbossen en aanvragen binnen of nabij beschermde natuur.